Sinds 1 januari 2015 bestaat het Fietsplan niet meer, maar valt dit onder de WKR. Binnen de WKR kan de werkgever maximaal 1,92 van het totale fiscale loon, de zogenaamde vrije ruimte, besteden aan onbelaste vergoedingen en verstrekkingen voor zijn werknemers. De werkgever kan hierdoor zonder beperkingen een fiets vergoeden of verstrekken binnen de zogenaamde forfaitaire ruimte van 1,92% van de loonsom. Er worden geen nadere eisen gesteld aan de fiets. Het mag dus ook een elektrische fiets of scooter zijn. Daarnaast kan een werkgever zelf de frequentie van verstrekken, de hoogte van de aanschaf, het type fiets of de aard van het gebruik bepalen.
De werkgever
Als een werkgever boven deze 1,2% uitkomt, moet over het meerdere een naheffing van 80% worden afgedragen. Dit betekent dat werkgevers die gebruik maken van de WKR moeten bijhouden hoeveel er verstrekt en vergoed wordt om binnen de grens van 1,2% van de loonsom te blijven. Vaak zal een werkgever binnen de WKR een fietsbudget vaststellen, bijvoorbeeld door 20% van de ruimte van de WKR beschikbaar te stellen voor werknemers die een fiets willen aanschaffen. Hierbij kan de werkgever bepalen dat een deel van de werknemers wel recht heeft op een fiets en een ander deel niet. Uiteraard mag dit niet in strijd zijn met de arbeidsvoorwaarden.
Binnen de WKR bestaat ook de mogelijkheid voor de werkgever om een renteloze lening te verstrekken aan de werknemer voor aanschaf van een fiets. De aanschaf van de fiets moet overlegbaar zijn. Als de werkgever een kilometervergoeding betaalt, kan de lening hiermee terugbetaald worden.
Onze merken
Veelgestelde vragen
Wat houdt de WKR in?
Vanaf 1 januari 2015 zijn de fiscale regels voor vergoedingen en verstrekkingen (waaronder de fietsregeling, personeelsuitjes, kerstpakketten, bedrijfsfitness etc.) vervallen. Hiervoor is de WKR in de plaats gekomen. Deze regeling komt erop neer dat de werkgever een budget van 1,2% van de totale loonsom tot zijn beschikking heeft die hij kan benutten voor vergoedingen en verstrekkingen aan zijn werknemers. Als dit budget overschreden wordt, moet de werkgever 80% naheffing betalen.
Wat betekent de werkkostenregeling voor de werkgever?
Werkgevers die gebruik gaan maken van de WKR moeten bijhouden hoeveel er verstrekt en vergoed wordt, omdat zij moeten voorkomen dat de grens van 1,2% van de loonsom wordt overschreden. Ook zullen werkgevers moeten nadenken over de wijze van toekenning van de beschikbare ruimte aan hun personeel. Moet daar een totaalbedrag van worden gemaakt, of wordt de beschikbare ruimte per individuele werknemer berekend?
Wanneer gaat de WKR in?
De WKR is sinds 2011 van kracht, maar is vanaf 1 januari 2015 verplicht gesteld voor alle werkgevers.
Hoe zit dat precies?
Elke werkgever kon met ingang van 2011 jaarlijks ervoor kiezen om alle vergoedingen en verstrekkingen (zoals de fiets van de zaak, bedrijfsfitness, personeelsuitjes, kerstpakketten etc.) volgens de huidige regels te blijven uitvoeren óf deze allemaal onder te brengen in de WKR. Tot 2014 kon er ieder jaar steeds de keuze gemaakt worden tussen beide mogelijkheden; vanaf 1 januari 2015 bestaat alleen de WKR nog.
Houdt het bedrijfsfietsplan nu op te bestaan?
Nee, zeker niet. Tot en met 2014 kon er van de huidige bestaande fiscale fietsregeling gebruik worden gemaakt. Ook na invoering van de WKR blijft de mogelijkheid voor een ‘fiets van de zaak’ bestaan. Ter voorkoming van een naheffing zal dan wel door de werkgever moeten worden gekeken naar het beschikbare budget.
Hoe past de fiets in de WKR?
De huidige fietsregeling is door de WKR komen te vervallen. Daarvoor in de plaats kan de werkgever zonder beperkingen een fiets vergoeden of verstrekken binnen de forfaitaire ruimte van 1,2% van de totale loonsom. Er worden geen nadere eisen gesteld aan de fiets. Werknemers kunnen dus ook een elektrische fiets of een scooter koper. Daarnaast kan een werkgever zelf bijvoorbeeld de frequentie van verstrekken, de hoogte van de aanschaf, het type fiets of de aard van het gebruik bepalen.
Vergoedingen en verstrekkingen; wat houden deze in?
Binnen het bedrijfsfietsenplan is het verstrekken van een fiets voor het woon-werkverkeer door de werkgever aan de werknemer verreweg de meest gebruikte methode. Dit houdt in dat de werkgever de fiets aanschaft en onmiddellijk in eigendom overdraagt aan de werknemer. Soms wordt er binnen het bedrijfsfietsenplan gekozen voor het vergoeden van de fiets. In zo’n geval wordt de fiets eerst door de werknemer aangeschaft en vervolgens door de werkgever tot het vooraf vastgestelde maximumbedrag vergoed. In beide gevallen is het dan het meest gebruikelijk dat de werknemer als tegenprestatie brutoloon of brutoloonbestanddelen voor de aangeschafte fiets inlevert, het zogenaamde uitruilen of verrekenen. In alle gevallen, vergoeden, verstrekken en al dan niet uitruilen, telt het fiscaal voordelige deel mee in de 1,2% van de totale loonsom.
Hoe kan de werkgever omgaan met een beperkte forfaitaire ruimte?
Het kan natuurlijk zijn dat de forfaitaire ruimte van 1,2% niet voldoende is om alle aangemelde medewerkers een fiets te laten aanschaffen. Binnen de WKR bestaat de optie om de niet uitgekeerde reiskosten te gebruiken voor het aflossen van een renteloze personeelslening, waarmee een fiets kan worden aangeschaft. Op deze manier blijft de forfaitaire ruimte ongemoeid. De mogelijkheid om de aanschaf van de fiets te verrekenen met brutoloonbestanddelen blijft bestaan. Naast deze mogelijkheid bestaan er nog meer mogelijkheden om medewerkers een ‘fiets van de zaak’ te blijven aanbieden, bijvoorbeeld door middel van een leaseconstructie.